October 2005
Rob Moonen (Schaesberg 1958) toont in de projectzaal een installatie bestaande uit oudere en nieuwe werken. Vanaf het begin van de jaren negentig heeft hij tal van projecten gerealiseerd die zich kenmerken door een grote fascinatie voor de geschiedenis van een plek. Meestal gaat het om ‘lieux de mémoires’. Hij werkte op uiteenlopende plekken in binnen- en buitenland. Een groot deel van zijn projecten is gerealiseerd in Duitsland. De val van de Berlijnse muur en de hereniging van de stad waren uitgangspunt voor het project Union (1991). Moonen maakte foto’s en sculpturen van de troosteloze restanten van de socialistische heilstaat. De installatie Camera Silens (ism Olaf Arndt, 1994) roept herinneringen op aan het RAF-terrorisme uit de jaren zeventig. De installatie bestaat uit een volledig geïsoleerde ruimte waarin de bezoeker op een soort tandartsstoel kan plaatsnemen en waarin geen ander geluid waarneembaar is dan de eigen hartslag. In de klinische ruimte is geen enkel contact met de buitenwereld mogelijk, wat associaties oproept met de kale isoleercellen waarin terroristen werden opgesloten om hen onder volledige controle en observatie te krijgen en alle psychische weerstand te breken.
In 2004 realiseerde Moonen het film- en muziekproject Tempelhof (ism componist Tom America), waarin dit Berlijnse vliegveld centraal staat. Oorspronkelijk gebouwd in de grootheidswaanzin van Hitlers Derde Rijk, speelde Tempelhof een essentiële rol in de luchtbrug op West-Berlijn na de afsluiting door Russische troepen in 1948. Tegenwoordig lijkt de rol ervan uitgespeeld en resteren slechts de megalomane gebouwen als monumenten van een bewogen geschiedenis.
Aan alle projecten en installaties van Moonen ligt een kritische analyse van een historische locatie of gebeurtenis ten grondslag. Meestal presenteert hij zijn werk buiten de museale context. Voor deze gelegenheid toont hij enkele werken die binnen zijn oeuvre weliswaar minder bekend zijn maar die ook gekenmerkt worden door maatschappelijk engagement. In 10.000 names (1999), gemaakt naar aanleiding van de vermissing van 10.000 Albanese vluchtelingen, zijn 10.000 textiele naamlabels geordend in de vorm van een schietschijf. In de installatie Power (2001) wordt de representatieve rol van de kunst in relatie tot macht onderzocht met 700 foto’s van koppen en handen van standbeelden in Rome. Seen (2005) is een wollen tapijt waarop in braille de passage over racisme uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is weergegeven. In al deze werken reflecteert Moonen op de thema’s van macht en kwetsbaarheid, bedreiging en bescherming binnen het systeem van onze samenleving.